Platform voor de metaal- & staalverwerkende industrie
De uitdagingen en kansen in de wereld van plaatbewerking
Sigurn Vandenbrande: “De loonkost ligt hier misschien drie keer zo hoog als in India. Maar wat ik onthouden heb van mijn tijd bij Atlas Copco, is dat je ook drie Indiërs nodig hebt om het werk van één Belg te doen.”

De uitdagingen en kansen in de wereld van plaatbewerking

Metaalvak organiseerde in mei zijn allereerste rondetafel. Een boeiend gesprek over de uitdagingen en de kansen in plaatbewerking, met een ietwat verrassende conclusie. Meer nog dan machines met de laatste nieuwe toeters en bellen en geavanceerde hightech ­automatiseringsoplossingen, hebben we nood aan boerenzonen. Wat dat precies betekent en met welke uitdagingen plaatverwerkende bedrijven vandaag kampen, lees je in het eerste deel van het verslag. In deel twee onderstrepen we dan weer welke kansen dit biedt. Dat verschijnt in Metaalvak 4.

Om met een boutade te openen, het loopt vandaag niet van een leien dakje in de maakindustrie. Sigurn Vandenbrande, zaakvoerder van Gilbos, producent van textielmachines, getuigde er aan tafel eerlijk over. “Fiscaal gezien hebben we vorig jaar geen rode cijfers gedraaid. Maar toch was het geen geweldig jaar en dat zal 2025 ook niet worden. Wel blijven we erin geloven dat we iets meer kunnen brengen. Door onze innovatiekracht en omdat we als machinebouwers het volledige proces inhouse beheersen: snijden, plooien, draaien, frezen, lassen, lakken … In België, ja. De loonkost ligt hier misschien drie keer zo hoog als in India. Maar wat ik onthouden heb van mijn tijd bij Atlas Copco, is dat je ook drie Indiërs nodig hebt om het werk van één Belg te doen. Door outsourcing worden ze op termijn beter, maar ook duurder. Het is geen pure win, zoals soms voorgesteld wordt.”

Dirk Haerinck: “Grote volumes uit China halen wil zeggen dat je met een grotere voorraad moet werken. Je kan dus als lokale toeleverancier zeker nog meerwaarde bieden door slim in te spelen op zo’n zaken.

Lokaal heeft ook troeven

Ondervinden Vlaamse toeleveranciers dan veel concurrentie uit het buitenland? “Tijdens corona en met de blokkade van het Suezkanaal heeft iedereen plots weer zijn lokale leveranciers leren kennen. Ook de multinationals die hier nog actief zijn. Maar nu kiezen ze er weer voor om hun grote volumes uit China te halen, omdat ze het daar voor een derde van de kostprijs doen. Wel beginnen aankopers te beseffen dat er indirecte kosten aan zo’n strategie verbonden zijn. Je moet als productiebedrijf dan bijvoorbeeld een grotere voorraad houden wegens de langere levertermijnen en stock kost ook geld. Je kunt dus als lokale toeleverancier zeker nog meerwaarde bieden door slim in te spelen op zo’n zaken. Als Shapes willen we het verschil maken met onze onestopshopfilosofie, omdat we zo meer service kunnen bieden, meer ontzorgen,” aldus zaakvoerder Dirk Haerinck. 

Jeroen Carmiggelt: “Is er iemand de laatste vijf jaar nog in China geweest? Het is krankzinnig wat daar gebeurt, hoe snel het vooruitgaat en hoeveel ze zelf ontwikkelen. En wat zetten wij daartegenover?”

Krankzinnig

Het zijn niet alleen losse stukken die vandaar komen. Ook Chinese plaatbewerkingsmachines overspoelen intussen de Europese markt. Jeroen Carmiggelt vertegenwoordigt Penta Laser Benelux. “Je kunt zo’n evolutie niet tegenhouden. Klanten weten gewoon wat er op de markt is, in Europa en daarbuiten, en aan welke prijs. Zij willen gewoon aan de laagst mogelijke kost per stuk produceren. Maar het plaatje moet ook na verkoop blijven kloppen. Het is aan ons om ze te overtuigen dat wij dat als Penta kunnen. Het laatste wat we in Europa mogen doen is de kwaliteit in China onderschatten. Is er iemand de laatste vijf jaar nog in China geweest? Het is krankzinnig wat daar gebeurt, hoe snel het vooruitgaat en hoeveel ze zelf ontwikkelen. En wat zetten wij daartegenover? Tijdskrediet, ouderschapsverlof, stikstofproblematiek, elektriciteitsbeperkingen …”

Jan Van Overbeke: “Qua prijs kunnen we wel concurreren met wat er uit China komt, maar plasma laat zich minder makkelijk automatiseren. Kjellberg werkt daar hard aan.”

Plasma zijn bestaansrecht

Van die lage prijzen van lasersnijmachines ondervindt de plasmasnijtechnologie misschien nog het meeste concurrentie. “In het dunne plaatsegment worden we helemaal weggedrukt,” geeft Jan Van Overbeke, zaakvoerder van Plasma Solutions, grif toe. “Toch staart de gebruiker zich soms onterecht blind op de hype van fiberlasers. Er zijn nog altijd flink wat toepassingen, zeker in dikker materiaal, waar plasmatechnologie technisch veruit de beste keuze biedt. Qua prijs kunnen we wel concurreren met wat er uit China komt, maar plasma laat zich minder makkelijk automatiseren. ­Kjellberg werkt daar hard aan. De ontwikkelingen staan ook in plasma zeker niet stil, met onder andere automatische kopwissels en controle van de slijtdelen. Want daar wringt het schoentje voor de meeste metaalbedrijven vandaag: voldoende instroom vinden van technisch geschoolde krachten. We moeten daarom blijven inzetten op de jeugd, ze warm maken voor metaalverwerking.”

Raf De Boeck: “Hoewel het aantal leerlingen in technische richtingen voor het eerst in jaren weer begint te stabiliseren, zien we dat er veel mechanische richtingen verdwijnen. Doodzonde.”

Bruggen slaan

Een verzuchting die niet in dovemansoren valt bij Raf De Boeck. De directeur van het RTC Vlaams-Brabant kan het alleen maar beamen. Zijn organisatie probeert de brug te slaan tussen het onderwijs en de bedrijfswereld. “Zonder samenwerking zal het niet lukken,” stelt hij overtuigd. “Scholen hebben niet altijd de budgetten om leerlingen en leerkrachten te laten proeven van de nieuwste technieken op de werkvloer.” De Boeck geeft het voorbeeld van het project ‘Brabant last, iedereen wint’. “Hiermee willen we de kwaliteit van het lasonderwijs opkrikken, onder meer door extra opleidingen, zodat ze meteen kunnen instromen in het werkveld met duidelijke kwalificaties en internationaal erkende certificaten.”   

“Naast onze samenwerking binnen dit project met VDAB, Mtech+ en VCL doen we dat ook onder meer door ze te laten kennismaken met de nieuwste technologie, waarbij we dit jaar samenwerkten met Wouters Cutting & Welding. En hoewel het aantal leerlingen in technische richtingen voor het eerst in jaren weer begint te stabiliseren, zien we dat er binnen het onderwijsaanbod veel mechanische richtingen verdwijnen. Doodzonde.”

Nic Wouters: “Belangrijk voor de rest van je proces: als je wil robotiseren, dan moet de herhaalnauwkeurigheid naar boven. De toleranties worden immers heel gering. Je hebt meer controle over het proces nodig.”

Automatisering wint

Minder instroom op de werkvloer staat in de praktijk synoniem met meer automatisering. “Een trend die Nic Wouters, zaakvoerder van Wouters Cutting & Welding alleen maar kan bevestigen. “Bedrijven willen af van manuele nabewerkingsprocessen zoals ontbramen en afkanten. Enerzijds door te investeren in modernere snijtechnologie die de stukken in één keer goed aflevert. Anderzijds door machines toe te voegen aan de periferie. Winst op alle vlakken: operatoren kunnen zinvoller werk doen dan repetitieve handelingen uit te voeren, de kosten dalen en de kwaliteit gaat omhoog. Belangrijk voor de rest van je proces: als je wil robotiseren dan moet de herhaalnauwkeurigheid naar boven. De toleranties worden immers heel gering. Je hebt meer controle over het proces nodig. En dat biedt dan weer voordelen naar een betere opvolging en nacalculatie.”

Karel Vincke: “Het nadeel is dat de levensduur van software veel korter is dan machines. Moet je dan een nieuwe machine gaan kopen om het rendement beter op te volgen? Die businesscase is moeilijk hard te maken. Maar het is wel de weg vooruit.”

Houdbaarheidsdatum software

Daarmee zitten we op het domein van software. Steeds meer een factor in aankoopbeslissingen. “Het mooie aan die digitaliseringstrein is dat je heel veel kennis die anders in het hoofd van de operator zat, nu kan borgen in je machines. En omgekeerd, dat je weer heel veel data uit je machines kan halen om efficiënter te werken. Daar zet de R&D-afdeling van TRUMPF heel hard op in. Het nadeel is dat de levensduur van software veel korter is dan machines. Het gaat zo snel. Als je machines hebt staan die tien jaar oud zijn, kun je die bijvoorbeeld niet opvolgen met onze Oseon-software. Moet je dan een nieuwe machine gaan kopen om het rendement beter op te volgen? Die businesscase is moeilijk hard te maken. Maar het is wel de weg vooruit. Uiteindelijk evolueren we naar AI-reinforced medewerkers. Hoe beter technologie je operatoren kan ondersteunen, hoe beter je competitiviteit,” verzekert Karel Vincke, zaakvoerder van V.A.C. MACHINES dat TRUMPF-technologie verdeelt in België en Luxemburg.

Fritz Walcarius: “Als de integratie van AI ervoor kan zorgen dat het programmeren van enkelstuks even rendabel is als het programmeren van kleine series, dan help je de productiviteit van maakbedrijven echt vooruit.”

Werkvoorbereiding versnellen

Dat werpt een andere vraag op volgens Fritz Walcarius, medezaakvoerder van Shapes Metalworks. Wanneer investeer je dan het beste in nieuwe plaatbewerkingstechnologie. Vandaag om weer enkele seconden sneller te snijden? Of overmorgen als AI de kinderschoenen ontgroeid is? “Vroeger kon je niet automatiseren zonder seriewerk. Vooral in de werkvoorbereiding botste je daar hard tegenaan. De tijdwinst die je maakte met automatisering, was je kwijt aan programmeren. Als software in het algemeen en de integratie van AI in het bijzonder, ervoor kan zorgen dat het programmeren van enkelstuks even rendabel is als het programmeren van kleine series, dan help je de productiviteit van maakbedrijven echt vooruit. Dan worden de marges weer gezonder. Daar willen we naartoe.” 

Met dank aan Jeroen Carmiggelt (Penta Laser Benelux), Raf De Boeck (directeur RTC Vlaams-Brabant), Dirk Haerinck (Shapes Metalworks), Sigurn Vandenbrande (Gilbos), Jan Van Overbeke (Plasma Solutions), Karel Vincke (V.A.C. MACHINES), Fritz Walcarius (Shapes Metalworks) en Nic Wouters (Wouters Cutting & Welding) voor hun gewaardeerde aanwezigheid en input.     

Over boerenzonen

Maar hoe zat dat nu precies met die boerenzonen? Hoewel we er onze selectie niet op gebaseerd hebben, zaten er toevallig drie aan tafel. Hun gemeenschappelijk DNA? Een passie voor techniek die ze met de paplepel kregen toegediend, terwijl ze hun ouders zagen sleutelen aan machines. Sigurn Vandenbrande : “Je leert ook vooral je plan trekken, je gezond verstand gebruiken, initiatief nemen. Eigenschappen waar je een topper mee wordt op de werkvloer in maakbedrijven. Die toppers hebben we nodig. We zijn misschien een kenniseconomie, maar zonder productieapparaat erachter zal die kennis gewoon wegebben naar plaatsen in de wereld waar ze dan wel ‘maken’. Als de maakindustrie hier verdwijnt, vrees ik, dan ook onze welvaart.” 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten