Rvs vraagt om constante oppervlaktekwaliteit

Het belang van een constante oppervlaktekwaliteit is bij rvs niet te overschatten. Het materiaal komt immers vaak in de voedingsindustrie terecht waarin een onberispelijke afwerking geëist wordt in verband met de voedselveiligheid. Voor het stralen met glasparels is er daarom steeds meer interesse in geautomatiseerde of zelfs gerobotiseerde oplossingen. Die maken het bovendien ook ergonomischer en veiliger werken. Straaltechniek heeft de kennis en de ervaring in huis om te zorgen dat dergelijke projecten ook een mooie terugverdientijd realiseren.

“Stralen is best wel zwaar werk,” opent Straaltechniek-zaakvoerder Edwin Houweling. “Je staat daar met een straalslang met bijvoorbeeld 6 bar druk in je handen en moet heel repetitief werk uitvoeren door zoveel mogelijk dezelfde afstand en dezelfde hoek te houden voor het volledige oppervlak. Voor een mooi resultaat op rvs primeert een constante flow. Alleen dan kun je de ruwheid halen die voor toepassingen in de voedingsindustrie belangrijk is. Dat kan anno 2025 een pak efficiënter door machines of robots het werk te laten overnemen.” Houweling voorspelt de komende jaren een ‘boom’ in het robotstralen. “We zien de vraag naar dit soort oplossingen echt wel stijgen, ook al omdat robots een stuk betaalbaarder geworden zijn. Dat maakt dat deze oplossingen binnen het bereik van kmo’s komen. Maar je moet wel voldoende aandacht besteden aan de bescherming van de robot. Straalmiddelen zijn agressief. Daarom gaat enkel de robotarm de cabine binnen en doen we er nog een ‘stevig jasje’ op maat overheen.” 

Goede terugverdientijd

Om alle wensen van de klant goed af te vinken, vertrekt Straaltechniek steeds vanuit zijn product. “We ontwerpen er de cabine rondom. Het uitgangspunt is zoveel mogelijk standaardcomponenten te gebruiken, zodat je de prijs kan drukken. Maar daar voegen we dan de creativiteit en het technisch inzicht van onze engineers aan toe om tot hele mooie oplossingen te komen. Door dat stukje van je productie te automatiseren, kunnen je medewerkers slimmer inzetten en minder belasten en daardoor ook een goede terugverdientijd realiseren.” 

Programmeerdrempel weggewerkt

Straaltechniek zorgt voor het volledige plaatje: de cabine, de robot met bescherming, de automatische recuperatie van het straalmiddel, het filtersysteem en de hele automatisering erachter. “Zo hoeft de operator maar het juiste product te selecteren en het stralen begint. Verandert er later iets aan, dan kan hij dat de robot zelf eenvoudig aanleren door teach-in, detectie of het ingeven van coördinaten. De drempel die besturen vroeger vormde, is volledig weg,” aldus Houweling. “De seriegrootte moet natuurlijk wel voldoende zijn. Of beter gezegd, je moet voldoende producten hebben die binnen het bereik van je robot passen.” 

Volautomatische cabines

Wie de investering in een robot niet rendabel kan krijgen, hoeft echter niet te panikeren. Ook met een meer klassieke straalcabine liggen er bijzonder veel mogelijkheden om het stralen van staal en rvs producten meer te automatiseren. “Automatisch stralen kent een nog veel hogere populariteit dan robotstralen. Alles hangt af van je product om te weten wat de meest geschikte oplossing is. Bij turbinestralen zul je bijvoorbeeld geen glasparels kunnen gebruiken. Daarom kijken we altijd met de klant wat zijn producten zijn en hoe we tot het gewenste resultaat komen,” onderstreept Houweling. Meer automatiseren biedt bovendien ook meer inzichten. “Je krijgt alle data over het stralen aangereikt: hoeveel straalmiddel je verbruikt hebt, hoeveel perslucht erbij kwam kijken, welke trajecten gevolgd zijn, hoeveel tijd het gekost heeft … Met die gegevens kun je aan de slag voor een grondige nacalculatie.”

Andere rol voor operator

Ook de rol van de operator verandert dan, zowel bij robotstraalcabines als bij volautomatische straalmachines: van het uitvoerende werk naar het controlerende werk. “Hij moet zorgen dat de installatie goed draait en de kwaliteitscontrole doen op de stukken die eruit komen. Het gaat om robuuste technologie, maar ze is wel aan slijtage onderhevig. Dat kun je zien en monitoren. Maar ook dat stukje van de techniek kunnen we al automatiseren door bepaalde waarschuwingen in de PLC te programmeren. Dan kan de operator ingrijpen vooraleer de kwaliteit eronder lijdt.” Daarnaast stipt Houweling nog het belang aan van een goed onderhoud. “Ik was onlangs bij een klant die zijn machine in ’99 gekocht had. Die draait er elke dag twee shiften mee, maar toch zag de installatie er nog zo goed als nieuw uit. Alles netjes onderhouden levert op het einde van de rit veel geld op.”