ArcelorMittal Belgium werkt aan een ambitieuze CO2-roadmap om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Een belangrijk onderdeel daarvan is de Steelanol-installatie, die CO uit hoogovengassen omzet in ethanol. Hoewel het project technologisch veelbelovend is, maakt de huidige regelgeving het moeilijk om het project rendabel te maken. ArcelorMittal Belgium blijft daarom in dialoog gaan met de beleidsmakers op Vlaams, Belgisch en Europees niveau om tot oplossingen te komen.
ArcelorMittal Belgium is een proeftuin voor het testen van nieuwe technologieën. De grootste investering tot dusver is de Steelanol-installatie met een prijskaartje van 215 miljoen euro. We zijn overtuigd dat we alle technologieën moeten combineren om onze CO2-uitstoot te verminderen, er bestaat immers geen enkele technologie die afzonderlijk de volledige CO2-emissie naar nul zal brengen.
Europa heeft zich de voorbije jaren sterk gericht op groene waterstof, maar we zien dat dit niet tot grote projecten leidt vanwege de hoge kostprijs van groene waterstof en de lage beschikbaarheid van groene stroom. We hebben dus nood aan alternatieven, zoals de Steelanol-installatie. De beslissing om deze installatie te bouwen werd in 2017 genomen. We hebben al kleine volumes ethanol geproduceerd, maar we bevinden ons momenteel nog in de opstartfase.
Een andere uitdaging is de Europese regelgeving, er werd sinds de beslissing in 2017 veel nieuwe regelgeving ontwikkeld en deze is niet gunstig. We verkopen ethanol aan de chemische sector (parfum, oplosmiddelen …) en aan de brandstofmarkt (bijmenging bij fossiele brandstof). We beschikken sinds de zomer van 2024 over het duurzaamheidscertificaat voor levering aan de chemische sector. Voor de levering aan de brandstofmarkt is dit nog steeds niet het geval.
Hoogoven B maakt gebruik van fossiele kolen en biokool. Een gedeelte van het hoogovengas wordt verwerkt door Steelanol. We hebben twee doelstellingen. Enerzijds de productie van bio-ethanol overeenkomstig de hoeveelheid biokool die we inzetten in de hoogoven. De huidige Europese regelgeving voor de berekening van de hoeveelheid bio-ethanol werd gepubliceerd na de beslissing om de Steelanol-installatie te bouwen. Met de huidige regelgeving bekomen we slechts zeer lage percentages bio-ethanol, veel lager dan oorspronkelijk ingeschat.
Anderzijds de productie van gerecycleerde brandstof, overeenkomstig de hoeveelheid fossiele kolen in het hoogovenproces. Om het ethanol te laten erkennen als gerecycleerde brandstof, moeten we aantonen dat de CO2-voetafdruk minimaal 70% lager is dan een externe fossiele referentie. Bij deze berekening moet de niet langer geproduceerde elektriciteit in rekening gebracht worden. Omdat Steelanol verbonden is met het Belgische elektriciteitsnetwerk behalen we deze doelstelling niet. Als Steelanol aan het Franse net gekoppeld zou zijn, dan behalen we de doelstelling wel (lage CO2-voetafdruk door veel kerncentrales).
ArcelorMittal Belgium verwachtte dat de CO2-besparing van Steelanol mocht afgetrokken worden van de totale CO2-uitstoot van onze cluster. Dit dreigt niet het geval te zijn, omdat volgens de nieuwe regelgeving dit alleen mag als de CO2 voor een zeer lange periode (eeuwen) wordt vastgelegd. Het gebruik in brandstoffen geldt niet als voldoende, omdat deze wordt verbrand en er alsnog CO2 uitgestoten wordt. Steelanol vermindert nochtans wel de totale CO2-emissies, omdat ons ethanol fossiele brandstof vervangt. Ook voor het ethanol dat verkocht wordt aan de chemische sector mogen we de CO2-emissie niet aftrekken.
De moeilijkheden om ethanol erkend te krijgen als biobrandstof (bij gebruik van biokool in de hoogoven), als gerecycleerde brandstof (bij gebruik van fossiele kolen in de hoogoven) en het feit dat we de CO2-besparing van Steelanol niet mogen in rekening brengen, maken het zeer moeilijk om Steelanol winstgevend te maken – ook al is het een zeer interessant project.
De Pen – Frederik Van De Velde – CEO ArcelorMittal Belgium